Groen, met geel-witte accenten
op deze eerste warme dag:
paardenbloem, speenkruid, narcissen
en madeliefjes in het gras.
Koolwitje en citroenvlinder,
hun kleuren perfect aangepast.
In de wei zwarte lammetjes,
met witte sokjes, nog onvast.
Pruimboom bloeit met witte bloesem,
verspreidt een flard van geur, lichtzoet.
In de sloot een woerd, zijn kop straalt
me diep donkergroen tegemoet.
’t Klepperen van de ooievaar,
zijn nest verderop in de wei,
samen met de zilverreiger
past hij qua kleur er perfect bij.
De buurvrouw maait voor ’t eerst het gras,
haar wangen glimmend, ‘n rood accent.
Haar benen, niet aan zon gewend,
hebben precies de juiste teint.
Dag van kleur, van zang en zoemen,
kondigt dan echt de lente aan.
Laten we de boel de boel en
allemaal nu naar buiten gaan!