Zusje

Ik wist natuurlijk dat ik er weer een broertje of zusje bij zou krijgen. Mijn moeder was de afgelopen tijd steeds dikker geworden. Het zou niet lang meer duren, dat had ik ook begrepen.

Mama had soms pijn. Dan legde ze haar hand op de onderkant van haar rug. Dan ging haar hoofd iets achterover en kwam er een frons op haar voorhoofd. Papa rookte nog meer dan anders, de kamer stond de hele dag blauw van de rook. De scherpe geur van de sigarettenrook prikte bijna constant in mijn neus.

Mevrouw Bosma was ook in verwachting. Die was net zo dik als mama. Dat was nog spannend. Wat als het tegelijk zou gebeuren? Dokter De Vries kon immers maar bij één gezin tegelijk zijn? ‘We moeten maar bidden en vertrouwen op God’, zei mama als ik me er zorgen over maakte.

Ik had al twee kleine broertjes en een zusje. Nog een baby erbij, nog meer lawaai in huis, ik zat er niet echt op te wachten. Maar als het dan toch moest, dan mocht het van mij wel een meisje zijn. Als oudste zou het wel zo’n beetje op mij neerkomen om voor haar te zorgen. Dan kon ik haar aankleden met een rood met witte jurk met wijde rok en witte sokjes. Net als de pop van Marion. En dan deed ik knipjes in haar blonde haar.

Het was nog donker toen ik papa de trap af naar beneden hoorde lopen. Zou het zover zijn? Stil bleef ik in mijn bed liggen, mijn oren gespitst. Ik hoorde papa een paar keer heen en weer lopen. Ik hoorde hem met mama praten, heel zacht, ik kon niet verstaan wat ze zeiden.

Ineens ging de slaapkamerdeur open. Papa. ‘Ben je wakker? De baby komt’, fluisterde hij zachtjes, ‘dokter De Vries is bij Bosma en komt zo snel als hij kan. De sleutel van de voordeur ligt onder de mat. Papa kan het niet alleen, kom je helpen tot de dokter komt? Neem maar even een nat washandje mee, mama heeft het zo warm.’

Terwijl ik een vest over mijn pyjama aantrok, rende ik op mijn blote voeten naar de badkamer om een washandje te halen en toen snel achter papa aan. Mama lag op bed. Haar gezicht stak nat en rood boven het witte laken uit. Haar haar zat tegen haar voorhoofd geplakt. De rood-blauw geblokte deken lag half naast het bed. Ik liep met het washandje naar haar toe en legde het op haar voorhoofd. Ze pakte mijn hand vast. Ik ging naast haar zitten en trok een zo gewoon mogelijk gezicht. Ik zou papa en mama niet teleur te stellen.

‘Nog even volhouden Jansje’, fluisterde papa zachtjes, ‘dokter De Vries komt zo snel hij kan’. ‘Ik kan de baby niet meer tegenhouden, hij moet echt nú komen’, huilde mama. Mama had steeds erge pijn, dan kneep ze keihard in mijn hand, dat duurde een paar minuten en dan was het weer wat rustiger.

Na weer zo’n pijn, zei papa zenuwachtig: ‘kijk, het hoofdje van de baby komt al’. Ik liet mama’s hand even los om te komen kijken. Het zag er vies uit vond ik. Dat het pijn deed kon ik me voorstellen. Moest de baby daaruit komen, dat kon toch nooit? Het hoofdje leek veel te groot.

Waar bleef dokter De Vries nou? Wat als de baby eruit kwam voordat hij kwam? Gelukkig leek papa wel ongeveer te weten wat hij moest doen. Ik vond het doodeng, maar deed mijn best dat niet te laten merken.

Ik bleef maar naast mama zitten. Ik hoefde het allemaal niet te zien, het zag er goor uit met al die nattigheid en dat bloed. Het ging maar door en ik zag wel dat mama het zwaar had. Toen, eindelijk, voetstappen op de trap. De deur van de slaapkamer ging open. Dokter De Vries, in het bruine pak dat hij altijd aan had, en zijn donkere haren in een strakke scheiding gekamd. ‘Mooi op tijd’, baste hij en gaf me met zijn vriendelijke ogen vanachter zijn bruin omrande bril een knipoog.

‘Ga maar’, zei papa zachtjes, terwijl de dokter zijn jas uitdeed en zijn zwarte dokterstas uitpakte. Ik sloop de kamer uit, keek even achterom en ging op de trap zitten. Buiten was het nog steeds donker.

Het duurde best lang, misschien wel een uur. Ik hoorde allerlei geluiden uit de slaapkamer komen. Het zou toch wel goed gaan? Mama had zoveel pijn, was dat wel normaal? Eindelijk, eindelijk ging de slaapkamerdeur open. Papa.

‘Je hebt een zusje’, zei hij terwijl hij naast me ging zitten op de trap en een sigaret opstak. Samen staarden we naar de bruine, houten treden van de trap. Opa en oma keken vanuit hun lijst boven papa’s hoofd op ons neer.

Ontvang maandelijks de nieuwste gedichten en korte verhalen

Wij doen niet aan spam! Lees meer over ons privacybeleid

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *